Elke vorm van toetsing brengt, voor mij persoonlijk althans, spanning met zich mee. Of het nu een landelijk examen is of een praktijkexamen van een klimcursus, dat ik onlangs heb moeten afleggen. Een toets kan me behoorlijk zenuwachtig maken. Mensen beoordelen of jij wel ‘goed’ genoeg bent en voldoet aan de vooraf vastgestelde eisen. Je weet van tevoren niet precies hoe het zal gaan en wat ze van je willen weten. Daardoor weet je ook niet of je wel goed genoeg voorbereid bent. Meestal hangt er wel het een en ander vanaf: je bent eindelijk klaar met school, je inburgering of je kunt nu zorgen dat iemand in een klimhal veilig gezekerd wordt.

Meestal helpt het om van tevoren te weten waar je aan toe bent. Het examen KNM is onlangs vernieuwd en in dit blog leg ik je uit wat je kunt verwachten. Op die manier kun je als docent bij de cursisten hopelijk wat spanning wegnemen.

Het belang van het examen

Want hoewel het examen KNM niet letterlijk van levensbelang is -er raakt in elk geval niemand gewond als je het niet haalt- heeft het halen van het inburgeringsexamen voor menig inburgeraar wel degelijk gewicht. Als je het inburgeringsexamen niet haalt binnen de drie jaar die ervoor staat, kun je zelfs een boete krijgen. En hoewel de inburgeraar gebruik kan maken van drie herkansingspogingen, blijft de thematiek voor velen lastig.

De inburgeraars vragen zich dus misschien net als ik wel af of ze goed genoeg zijn of goed genoeg voorbereid zijn. Dan is er in elk geval goed nieuws: de cursist wordt in het vernieuwde examen minder beoordeeld op ‘goed’ genoeg zijn. Want waar in het oude examen de focus ligt op gewenst gedrag, ligt in het vernieuwde examen de focus op kennis. En hoe meet je kennis? Precies, door te vragen naar de feiten. De nieuwe toets bestaat dan ook uit feitjesvragen.

Feitenkennis

Een van de nieuwe leerdoelen (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 2024) is bijvoorbeeld: kent het verschil tussen een vast contract, een tijdelijk contract en een contract via een uitzendbureau. Hoe meet je dat? Met de vraag: Susanna werkt als schoonmaakster. Ze heeft een tijdelijk contract. Wat is dat? A: Een contract met een einddatum. B: Een contract voor deeltijdwerk. C: Een contract zonder vaste werkdagen. (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 2025).

Ter vergelijking: bij het vorige examen (Bureau ICE, 2013) werd men geacht uit te leggen wat de rechten en plichten zijn bij verschillende soorten arbeidscontracten (0-uren contract, via uitzendbureau, tijdelijk en vast). Een vraag als bovengenoemde volstaat in dit geval niet. Om te meten of je kunt uitleggen wat de rechten en plichten zijn bij verschillende arbeidscontracten moet je bij elk arbeidscontract dat genoemd wordt, toch ten minste één recht en één plicht kunnen noemen. Voor een goed antwoord heb je dan 4 soorten contracten * 2 onderdelen per contract = 8 verschillende onderdelen nodig, met bij elk onderdeel ook een grote kans dat je net niet het goede recht of de goede plicht noemt. Op deze manier is het risico op fouten dus veel groter en word je dus veel meer beoordeeld op of je wel ‘goed’ genoeg bent en goede uitleg kunt geven.

Ander voorbeeld: om te meten of iemand de officiële feest- en gedenkdagen zoals Kerst kent (nieuw leerdoel), heb je alleen maar een vraag nodig als: Welke feestdag is elk jaar op 25 december? (A: Eerste Kerstdag. B: Pasen. C: Sinterklaas.) Terwijl je om het vroegere leerdoel ‘laat anderen vrij in de viering van voor hen belangrijke religieuze feestdagen’ te meten, eerst maar eens moet definiëren hoe ‘anderen vrij laten’ gemeten wordt en vervolgens eigenlijk een observatie moet doen van hoe iemand in zijn eigen omgeving is.

Veilig en zelfstandig

Waar het nieuwe examen dus vooral opgedane kennis meet, gaan wij in TaalCompleet KNM voor de B1 route nog een stap verder. Kennis is namelijk zeker belangrijk, maar met alleen kennis kom je er niet. Je hebt ook vaardigheden nodig. Daarom helpen we de cursist ook met praktische informatie en opdrachten. We leren cursisten waar ze terechtkunnen voor hulp en laten ze oefenen met alledaagse situaties. Deze diepere verwerking draagt niet alleen bij aan de kennisverwerving, maar helpt hen ook zich beter thuis te voelen in Nederland. Net zoals je na het slagen voor een klimexamen veilig en zelfstandig in de klimhal mag zijn, kunnen inburgeraars na het werken met het materiaal en na het examen veilig en zelfstandig in Nederland verblijven.

Bronnen

Bureau ICE (2013). Eindtermen kennis van de Nederlandse Samenleving.
Geraadpleegd van https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-322060.pdf

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (2024, 16 mei). Eindtermen kennis van de Nederlandse maatschappij. Staatscourant, 2024(15802).
Geraadpleegd van https://www.officielebekendmakingen.nl/

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Inburgeringsexamen, 2025.
Opgehaald van https://www.inburgeren.nl/examen-doen/oefenen