In het kader van Dag van de Alfabetisering (8 september) sprak educatief auteur Dagmar Willemse met Annemiek Tjepkema, ANT2-docent bij Vonk in Den Helder.
Hi Annemiek, leuk dat ik je mag interviewen over je werk als ANT2-docent. Sinds wanneer geef je les in het NT2-onderwijs?
“Ik geef nu zo’n zes jaar les als NT2-docent en ANT2-docent. Daarvoor heb ik jarenlang in het basisonderwijs gewerkt, onder andere als leerkracht en intern begeleider.”
Hoe ben je in aanraking gekomen met het NT2-onderwijs?
“Toen mijn dochter tien jaar geleden met vluchtelingen ging werken, maakte ik via haar kennis met de doelgroep. Ik besloot een opleiding voor NT2-docent te doen in Groningen. Daar ging een wereld voor me open. Ik liep stage op een ROC, ik vond het zo leuk en dacht: ik had dit twintig jaar geleden al moeten doen. Tijdens mijn stage kreeg ik gelijk een baan aangeboden en sindsdien doe ik dit werk met veel plezier en toewijding.”
Wat vind je zo leuk aan het lesgeven aan alfa’s?
“Ik vind het een uitdagende groep en echt een prachtdoelgroep om aan les te geven. Sommige cursisten komen binnen en kunnen nog helemaal niets. Aan het eind van de periode verlaten ze de groep en heb je ze toch mooi leren lezen en schrijven. ”
Wat maakt het lesgeven aan alfa’s anders dan aan andere groepen?
“Je bent niet alleen docent. Ze komen met zo veel vragen! Soms ben je een manusje van alles, van maatschappelijk werker tot arts, zou je bijna kunnen zeggen. Ze komen soms met zoveel dingen bij je, dat je ze natuurlijk ook niet met alles kan helpen. Maar je probeert ze wel de weg te wijzen naar allerlei instanties. Ze hebben meer nodig dan een cursist die al geletterd is. Maar dat vind ik juist het leuke aan lesgeven aan deze doelgroep. Dat je veel meer voor ze bent dan een taaldocent.”
Sinds zo’n twee jaar werk je met de luister- en spreekmethode Praat je mee?.
Wat spreekt je aan in het materiaal?
“Met name de video’s en de taalbeats! De video’s bevatten veel humor en herkenbare situaties voor de cursist. Zo is er bijvoorbeeld een filmpje waarin cursisten te laat komen en de docent een beetje boos wordt, maar het ook wel begrijpt en ze toch binnenlaat. Dat is erg leuk en herkenbaar. En met de taalbeats worden ook cursisten die een beetje angstig zijn en niet zo goed durven uitgenodigd om te spreken en mee te doen.”
“En ik word er zelf blij van! De afwisseling, de spelletjes, het staan, de humor. Het is niet enkel zitten en luisteren, maar actief meedoen! Naarmate de cursisten meer gewend zijn aan het leren, merk je dat ze vrijer worden. Ze krijgen er meer lol in. De vrolijkheid en de spontaniteit neemt toe. Dat is echt leuk om te zien.”
Bij Praat je mee? zit ook een kaartenbox met beeldkaarten. Hoe gebruik je die in jouw lessen?
“Ik gebruik de beeldkaarten uit de kaartenbox vaak in spelvorm. Ik zoek kaarten uit met woorden waarvan ik weet dat ze die hebben geleerd. Ik leg de kaarten bijvoorbeeld in een kring op verschillende tafeltjes en dan mogen ze gooien met een dobbelsteen op een kaart. De eerste ronde vraag ik alleen wat het is. Een tweede ronde vraag ik ze om een zin te maken bij een kaart. Dat lukt niet altijd, maar ze vinden het wel erg leuk om te doen.”
En tot slot. Heb je misschien een advies of tip voor beginnende (a)nt2-docenten?
“Beperk je tot een niveau als beginnend docent. Vraag aan je schoolleiding om eerst aan een niveau les te geven. Dan heb je de tijd om je in een methode te verdiepen. Er komt veel op je af als beginnend docent, en zeker als je met meerdere methodes tegelijk moet werken. En ook belangrijk: overleg met andere docenten. Ga bij elkaar in de les kijken en neem daar de tijd voor.”
interview en tekst: Dagmar Willemse, educatief auteur en communicatiemedewerker bij KleurRijker.