De Taalbeat
Allereerst heeft Mariëlle bovenstaande taalbeat laten horen en daarbij de beeldkaarten laten zien. Vervolgens heeft zij cursisten steeds vragen gesteld.
- Wat wil je drinken?
- Wat wil je eten?
De cursisten antwoorden hierop en Mariëlle laat hierbij de beeldkaarten weer zien. Het gesprekje wordt beëindigd met de woorden dankjewel en alsjeblieft. Dit is een leuke, interactieve werkvorm welke je kunt uitbreiden naar een hoger niveau. Het geeft plezier en je houd cursisten hiermee bij de les.
Receptieve oefeningen
Er zijn ook leuke receptieve oefeningen die je kunt aanbieden zoals bijvoorbeeld: Hoe vaak hoor je het woord? Je kunt hiervoor het filmpje er weer even bij pakken. Vervolgens kun je vragen om het woord te tekenen. Dit kan in Zoom of gewoon op papier. Een ander voorbeeld is: trek een gezicht alsof je iets (niet) lekker vindt. Dit zijn leuke en makkelijke oefeningen om bezig te zijn met de woordenschat.
Productieve oefeningen
Om productieve oefeningen aan te bieden kun je bijvoorbeeld weer een aantal beeldkaarten laten zien uit de kaartenbox. Laat er vervolgens een aantal weg en vraag: Wat is weg? Je wil van de cursisten horen wat er weg is. Rondom de pauze kun je een opdracht aanbieden die hierop gericht is. Mariëlle heeft haar cursisten gevraagd in de pauze iets te pakken (groente, fruit) waarvan de cursist het woord nog niet kent. Neem dat mee en laat het zien in de les aan de andere cursisten. Vervolgens zitten cursisten met hun spullen uit de fruitmand en de koelkast achter de computer. Dat was erg leuk. Je kunt ook vragen: Pak iets wat je vaak op brood eet? Hiermee ontstaat er meteen na de pauze weer een leuke interactie.
Thema 3 – Eten en drinken
Het thema Eten en Drinken is volgens Mariëlle erg uitnodigend. Volgende week gaat zij hier verder op in door ook de Ramadan hierbij te betrekken. Je kunt veel verschillende opdrachten aanbieden met het materiaal en in het werkboek zijn nog meer leuke opdrachten te vinden.
In de volgende vlog laat Mariëlle zien hoe je cursisten ook buiten de les kunt stimuleren om te oefenen, bijvoorbeeld met familie.
