Veel NT2-docenten zijn deze week begonnen met online lesgeven of het onderhouden van contact met de cursisten. In deze vlog deelt Caroline haar eerste ervaringen en reacties die zij hierop heeft ontvangen.

In de ene groep is het makkelijker contact te onderhouden dan in de andere groep. In de staatsexamengroep van Caroline is er veel interactie onderling en lukt het op vaste tijden bij elkaar te komen. Met een groep langzame inburgeraars gaat dit wat moeizamer: de cursisten haken gedeeltelijk af. Caroline gaat een andere aanpak uitproberen.

Wellicht is het te hoog gegrepen om deze doelgroep direct te vragen geluidsopnames te maken en hierop te reageren. Vandaag zal Caroline insteken op basale vragen zoals: Hoe gaat het met je? Wat doe je vandaag? Wat ga je eten? Probeer de vragen en handelingen laagdrempelig te maken om contact te bevorderen. Caroline deelt hierover morgen haar ervaringen.

 

Tip: Hoe gaat het met je?

In de vorige vlog adviseerde Caroline een programma op te stellen. Dat werkt voor de staatsexamengroep erg prettig. Het is fijn een klein gedeelte van het programma te gebruiken om te bespreken hoe het met de cursisten gaat. Veel cursisten geven aan zich zorgen te maken over hun familie. Hieruit ontstond het idee in de app-groep om samen te gaan wandelen. Omdat veel cursisten een klein netwerk hebben is dit een mooi initiatief.

3 creatieve werkvormen:

Werkvorm 1 Liedje

Kies een liedje en plaats deze in de app. Laat cursisten het nummer beluisteren en vraag daarna naar hun mening: Wat vind je ervan? Vervolgens kun je het liedje nogmaals laten beluisteren en vraag je door naar waar dit over gaat: Welke onderwerpen herken je? Vervolgens kun je de songtekst delen en samen kijken naar de moeilijke woorden. Kies hierbij een geschikt nummer zodat je de cursisten meteen wat opvrolijkt.

Werkvorm 2 (Beeld)dictee

Gebruik hiervoor bijvoorbeeld de kwartetspellen van KleurRijker. Maak een filmpje en houd de kaarten één voor één omhoog voor de camera zodat cursisten de woorden kunnen opschrijven.

Werkvorm 3 Beeldkaarten gebruiken

Deze oefening is vooral geschikt voor alfa-cursisten. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld de beeldkaarten van Praat je mee? Laat de beeldkaart (bv. van een been) zien en zeg hierbij het woord. Vraag vervolgens: Wat is dat? Laat vervolgens een stilte vallen zodat de cursist dit thuis kan uitspreken. Antwoord vervolgens bevestigend met: “Inderdaad, het is een been”. De cursisten zullen het prettig vinden deze vraag van jou als docent te ontvangen.

Mocht je dit uitgeprobeerd hebben dan horen we graag hoe het is gegaan. Deel je ervaringen hieronder om elkaar te helpen en inspireren. Tot morgen!